In het Mesh-netwerk kun je meerdere Mesh Repeaters achter elkaar zetten (cascadekoppeling). Zo een cascadekoppeling maakt het mogelijk om je thuisnetwerk uit te breiden in een bepaalde richting via het Wi-Fi-bereik van een Mesh Repeater.
Je kunt je FRITZ!Box dus niet alleen via een netwerkkabel met de FRITZ!Box (Mesh Master) verbinden, maar ook met een Mesh Repeater die je al hebt. Het maakt niet uit of deze Mesh Repeater nog een FRITZ!Box is, een FRITZ!Repeater of een FRITZ!Powerline-apparaat.
In deze handleiding leggen we uit hoe je je nieuwe FRITZ!Box kunt verbinden met een Mesh Repeater die je al hebt.
Opmerking:De configuratieprocedure en informatie over functies in deze handleiding hebben betrekking op het meest recente FRITZ!OS van de FRITZ!Box.
Rangschik de Mesh Repeaters in de cascadekoppeling van de krachtigste naar de minst krachtige repeater, zodat de gegevens zonder strubbelingen snel naar de Mesh Master worden getransporteerd. De krachtigste Mesh Repeater wordt dan met de FRITZ!Box verbonden en de minst krachtige Mesh Repeater komt dan helemaal achteraan in de cascadekoppeling.
Tribandrepeaters (bijvoorbeeld FRITZ!Repeater 6000, FRITZ!Box 4060) zijn het krachtigst. Dualbandrepeaters (bijvoorbeeld FRITZ!Repeater 2400, FRITZ!Powerline 1260) zijn ongeveer net zo krachtig en het minst krachtig zijn singlebandrepeaters (bijvoorbeeld FRITZ!Repeater 600, FRITZ!Powerline 1240E).
Als de Mesh Repeater een LAN-poort heeft en er bekabeling in huis aanwezig is, raden wij aan om de verbinding tot stand te brengen via een netwerkkabel. Omdat verbindingen via een netwerkkabel in tegenstelling tot Wi-Fi-verbindingen niet worden beïnvloed door interferentie, worden de gegevens altijd met de maximale gegevenssnelheid getransporteerd.
Om de volgende stappen uit te kunnen voeren zoals beschreven, moet de FRITZ!Box, die je wilt configureren als Mesh Repeater, zich in de fabrieksinstellingen bevinden:
Belangrijk:Gebruik niet de WAN-poort van de FRITZ!Box. De WAN-poort is geconfigureerd om een externe modem aan te sluiten en kan pas na configuratie van de Mesh Repeater als extra LAN-poort worden geconfigureerd.
Het apparaat wordt met een druk op de knop in het Mesh-netwerk opgenomen. Het maakt niet uit of je eerst op de toets van de Mesh Master of de Mesh Repeater drukt. Wij raden de volgende volgorde aan:
FRITZ!Box-model | Connect-toets | Connect-led |
---|---|---|
FRITZ!Box 6690, 5690, 4060 | Connect | Connect |
FRITZ!Box 7690, 7590 (AX), 7530 (AX), 7520, 7510, 6890, 6850, 6670, 6660, 5590, 5530, 4050 | Connect / WPS | Connect / WPS |
FRITZ!Box 6591, 6590 | Connect / WPS | WLAN / DECT |
FRITZ!Box 7490, 7430, 5491, 5490 | WLAN WPS | WLAN / Info |
FRITZ!Box 6490, 6430 | WLAN WPS | WLAN / DECT |
FRITZ!Box 7560, 7362 SL | WLAN | WLAN / DECT |
FRITZ!Box 7583, 7582, 7581, 7580 | WPS | WLAN / Info |
FRITZ!Box 6820, 4040, 4020, 3490 | WPS | WLAN |
De Mesh Repeater is nu als LAN-bridge geconfigureerd. Je kunt de netwerkkabel, waarmee je een verbinding met de Mesh Master hebt gemaakt, verwijderen en de Mesh Repeater nu via de netwerkkabel verbinden met de al aanwezige Mesh Repeater.
Je kunt IP-telefoons altijd als telefoonapparaat in de Mesh Master configuren, zelfs als de telefoons met de Mesh Repeater verbonden zijn. Als je op de Mesh Repeater een FRITZ!Box gebruikt: