Automatische port forwarding in FRITZ!Box configureren
De firewall van je FRITZ!Box blokkeert standaard alle inkomende verbindingen vanuit het internet. Als sommige internettoepassingen (bijvoorbeeld chatprogramma's, onlinegames, filesharingprogramma's) die je gebruikt port forwarding voor inkomende internetverbindingen vereisen, kun je de FRITZ!Box zo configureren dat het netwerkapparaat waarop je de internettoepassing gebruik zo nodig zelf de port forwardingregels kan configureren.
De port forwardingregels worden alleen geconfigureerd voor de periode waarin de toepassing deze nodig heeft en worden daarna weer uitgeschakeld door de FRITZ!Box.
Voorwaarden/beperkingen
- De toepassing moet de standaard UPnP (Universal Plug and Play) of het Port Control Protocol (PCP volgens RFC 6887) ondersteunen.
Opmerking:Als de toepassing geen PCP of UPnP ondersteunt, configureer dan in de FRITZ!Box statische port forwarding. Informatie over de toepassing krijg je van de fabrikant.
- De FRITZ!Box moet van de internetprovider óf een IPv6-adres óf een openbaar IPv4-adres krijgen.
- De mobiele provider moet inkomende verbindingen met de FRITZ!Box toestaan.
Belangrijk:Veel mobiele providers blokkeren inkomende verbindingen of staan deze alleen toe bij bepaalde abonnementen.
Opmerking:De instructies voor de configuratie en de informatie over de functies in deze handleiding hebben betrekking op FRITZ!Box 6820 LTE v2, v3 en v4 met het meest recente FRITZ!OS; de FRITZ!Box 6820 LTE v1 kan daarvan afwijken.
1 FRITZ!Box configureren voor automatische port forwarding
- Klik in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box op "Thuisnetwerk".
- Klik in het menu "Thuisnetwerk" op "Netwerk".
- Klik op het tabblad "Netwerkverbindingen".
- Klik naast het apparaat in kwestie op de knop
(Bewerken). - Schakel bij "Vrijgaven" ("Toegang verlenen") de optie "Zelfstandige poortvrijgaven voor dit apparaat toestaan" ("Zelfstandige vrijgaven voor dit apparaat toelaten") in.
- Klik op "Toepassen" om de instellingen op te slaan.
2 Toepassing configureren voor automatische port forwarding
- Configureer de toepassing zodat deze gebruikmaakt van PCP of UPnP. Informatie over de configuratie krijg je van de fabrikant; raadpleeg bijvoorbeeld de handleiding.
3 Firewall van het apparaat configureren
Wanneer de toepassing op een apparaat met een eigen firewall (bijv. Windows Firewall) is geïnstalleerd, dan moet ook deze worden ingesteld:
Belangrijk:Als je apparaten zelf port forwarding laat instellen, kan malware op deze apparaten ook port forwarding instellen en zo de firewall van de FRITZ!Box omzeilen. Configureer daarom om veiligheidsredenen een firewall op deze apparaten.
- Stel de configuratie van de firewall van het apparaat volgens de instructies van de fabrikant zo in, dat de serverdienst of toepassing toegankelijk is.
Nu kunnen toepassingen automatisch de vereiste poorten in de FRITZ!Box openen.
De poorten die momenteel toegankelijk zijn, worden in de gebruikersinterface van de FRITZ!Box weergegeven onder "Internet > Toegang verlenen" en onder "Diagnose > Beveiliging ("Veiligheid")".