Je kunt met een smartphone of een ander draadloos apparaat geen Wi-Fi-verbinding met de met de FRITZ!Box tot stand brengen? ✔ Zo los je het probleem op.
Hoewel de Wi-Fi-verbinding met de FRITZ!Box is geconfigureerd volgens onze handleiding, brengt een draadloos netwerkapparaat geen verbinding met de FRITZ!Box tot stand. Het draadloze netwerkapparaat geeft dan mogelijk een van de volgende foutmeldingen weer:
Als het draadloze netwerkapparaat tijdens het zoeken naar Wi-Fi-netwerken de naam van het Wi-Fi-netwerk (SSID) van de FRITZ!Box niet weergeeft, ga dan te werk zoals beschreven in de handleiding Wi-Fi-netwerk van de FRITZ!Box wordt niet gevonden.
Voer de hier beschreven stappen achterelkaar uit. Controleer na elke stap of het probleem is opgelost.
Opmerking:De configuratieprocedure en informatie over functies in deze handleiding hebben betrekking op het meest recente FRITZ!OS van de FRITZ!Box.
Voer deze stappen uit met een ander apparaat dat is verbonden met de FRITZ!Box:
Belangrijk:Als je met geen enkel apparaat toegang kunt krijgen tot de FRITZ!Box, ga dan te werk zoals beschreven in de handleiding FRITZ!Box-gebruikersinterface kan niet worden geopend.
Updates bevatten verbeteringen, herstelde fouten en nieuwe functies. Installeer daarom op alle FRITZ!-producten en draadloze netwerkapparaten de meest recente FRITZ!OS- en softwareversie:
Opmerking:Informatie over de update krijg je van de fabrikant van het apparaat; raadpleeg bijvoorbeeld de handleiding.
Sommige Wi-Fi-stopcontacten, robotstofzuigers en andere draadloze netwerkapparaten die via een app worden verbonden, ondersteunen alleen de 2,4 GHz-frequentieband. Om de Wi-Fi-verbinding te kunnen configureren, moet het mobiele apparaat via de app met het 2,4 GHz-Wi-Fi-netwerk van de FRITZ!Box verbonden zijn. Schakel daarom voor de configuratie het 5 GHz-Wi-Fi-netwerk van de FRITZ!Box uit. Daardoor zorg je ervoor dat de app het juiste Wi-Fi-netwerk doorgeeft aan het apparaat.
Als het apparaat nog steeds geen verbinding met de FRITZ!Box tot stand kan brengen, ondersteunt het apparaat de door de FRITZ!Box gebruikte beveiligingstechnologieën niet. Om het draadloze netwerkapparaat evengoed te verbinden, moet je beveiligingsinstellingen in de FRITZ!Box aanpassen:
Door de WPA3-transition mode kunnen tegelijkertijd verbindingen met WPA3- en WPA2-versleuteling tot stand worden gebracht met dezelfde netwerknaam en met dezelfde netwerksleutel. Bij verbindingen met WPA2-versleuteling heeft de WPA3-transition mode echter hogere beveiligingseisen dan gebruikelijk is bij WPA2 (CCMP).
Sommige apparaten kunnen geen Wi-Fi-verbinding tot stand brengen als de WPA3-transition mode is ingeschakeld. Dit is bijvoorbeeld het geval bij iPhones en iPads met iOS ouder dan 12.1.1, oudere draadloze printers, IP-camera's en draadloze stopcontacten:
PMF (Protected Management Frames) versleutelt de aansturingsinformatie voor het tot stand brengen en het gebruik van Wi-Fi-verbindingen en zorgt zo voor meer veiligheid. Bij WPA3-versleuteling is PMF altijd actief en bij WPA2-versleuteling optioneel.
Sommige draadloze netwerkapparaten, bijvoorbeeld oudere draadloze printers, kunnen geen Wi-Fi-verbinding tot stand brengen als PMF is ingeschakeld:
De Wi-Fi-standaard 802.11b is standaard uitgeschakeld in de FRITZ!Box, omdat de Wi-Fi-snelheid in het 2,4 GHz-Wi-Fi-netwerk wordt gereduceerd als 802.11b is ingeschakeld, zelfs als geen enkel draadloos netwerkapparaat deze standaard gebruikt.
Sommige oudere draadloze netwerkapparaten, bijvoorbeeld Fitbit Aria weegschaal (versie 1), ondersteunen echter uitsluitend 802.11b met WPA-versleuteling:
LET OP!De Wi-Fi-standaard 802.11b kan alleen worden ingeschakeld bij de FRITZ!Box (Mesh Master). De draadloze netwerkapparaten in kwestie moeten daarom rechtstreeks met de FRITZ!Box worden verbonden.